Close Menu

Sacramenten

SACRAMENTEN
De katholieke kerk kent zeven sacramenten. Deze zeven heilige tekens zijn ons door Christus gegeven om op hoogtepunten in ons leven Gods nabijheid te vieren en te ervaren.

 

DE  DOOP
De doop is het sacrament dat aan alle andere  voorafgaat. Na de doop mogen wij ons christen noemen en maken we deel uit van de kerk. Jezus roept op te dopen “in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest”,  met als doel zijn leerling te zijn en te blijven. Een kind dat gedoopt wordt kan deze belofte niet maken, het zijn de ouders die beloven hem/haar  op te voeden in de geest van het Evangelie. Steeds vaker komt in onze tijd ook  voor dat volwassenen kiezen voor het doopsel.

 

DE EUCHARISTIE  (w.o. de eerste communie)
Het meest voorkomende sacrament is de eucharistie.  Iedere zondag komt de geloofsgemeenschap samen om de maaltijd van de Heer te vieren, als een Levende wil Hij in ons midden zijn. Jezus zegt hierover: “Blijft dit doen  om Mij te gedenken.”   Het ontvangen van de communie kan ons vervullen van Zijn aanwezigheid.

Als kinderen (meestal uit groep 4 van de basisschool) dit sacrament willen ontvangen –de zgn. eerste communie- , dan bereidt de parochie hen hierop voor. Een actieve medewerking van de ouders wordt verondersteld.

 

HET VORMSEL
Het vormsel is een vervolg op de doop en een vervolmaking daarvan. Nadat Jezus was gedoopt in de Jordaan daalde de Heilige Geest op Hem neer en een stem klonk uit de hemel: “Jij bent mijn veelgeliefde, Ik vind vreugde in jou.” Als  een gedoopte zó is ingegroeid in de kerk en tot het inzicht is gekomen dat zijn/haar doop een dankbaar gegeven is, dan kan hij/zij zélf beslissen de doop van eertijds ‘vol te maken’ door het sacrament van het Vormsel te ontvangen. De gangbare leeftijd voor dit sacrament is 14 – 16 jaar; de voorbereiding vindt in regioverband plaats. Volwassenen ontvangen het Vormsel direct na de doop.

 

HET SACRAMENT VAN BOETE EN VERZOENING (Biecht)
Als gedoopte mensen zijn wij geroepen om als christen te leven en daarbij gehoor te geven aan de oproep van Jezus tot bekering. Het is niet altijd eenvoudig om onze weg hierin te vinden. Een gesprek met een pastor kan hierin verheldering brengen. De pastores zijn voor deze vorm van geestelijke begeleiding beschikbaar.

Dit gesprek kan ten overstaan van een priester een biecht worden, wanneer wij tegenover God onze tekorten en zonden uitspreken. Met een beroep op Gods barmhartigheid zal de priester een woord van ‘vrijspraak en vrede’ spreken.

 

DE ZIEKENZALVING
Laat iemand die ​ziek​ is de oudsten van de ​gemeente​ bij zich roepen; laten ze voor hem ​bidden​ en hem met olie ​zalven​ in de naam van de ​Heer. Het gelovige ​gebed​ zal de zieke redden, en de ​Heer​ zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem ​vergeven​ worden (Brief van Jakobus)

Het is een oude traditie om met familie en vrienden biddend samen te komen rond iemand die ernstig ziek is en hem of haar met olie te zalven op het voorhoofd en de handen. Dit gebaar geeft vaak troost en kracht. Het helpt de zieke maar ook zijn of haar omgeving om tot vrede te komen.
Het sacrament van de ziekenzalving wordt door een priester toegediend. Als hij niet beschikbaar is kan een pastor, die niet priester is, de ziekenzegen geven.

 

DE WIJDING
Alle gedoopte zijn geroepen om met hun eigen gaven en hun deskundigheid een bijdrage te leveren aan het welzijn van anderen, binnen en buiten de kerk. Dit wordt wel het gemeenschappelijk priesterschap van alle gelovigen genoemd. De kerk heeft echter ook mensen nodig die er hun levenswerk van willen maken om leiding te geven aan de kerkgemeenschap. Zij die zich daartoe geroepen voelen kunnen zich bij de bisschop melden voor de priesterwijding of de diakenwijding.

 

HET HUWELIJK
Man en vrouw, die elkaar willen beloven om elkaar alle dagen van hun leven lief te hebben, te waarderen en trouw te blijven, kunnen in een kerkelijke viering hun ja-woord voor God uit spreken. In de opvatting van de katholieke kerk wordt het huwelijk gezien als een sacrament, als een teken van Gods liefde, dat de partners aan elkaar toedienen. De priester of de diaken is de getuige van het ja-woord.

Een kerkelijk huwelijk is alleen mogelijk als tenminste één van beide partners binnen de katholieke kerk is gedoopt. Als één van de partners niet is gedoopt of gedoopt is in een andere christelijke traditie, dan is toestemming van het bisdom nodig. Voorafgaand aan de huwelijksviering vinden er meerdere gesprekken plaats met de diaken of priester die in de viering voorgaat.